Wat op ons afkomt is enorm!
Ten zuiden van de plaats Delfzijl wordt een groot industrieterrein gereed gemaakt voor de vestiging van nieuwe industrie. Dat heeft consequenties voor de leefbaarheid. Om een hierop een passend antwoord te geven hebben de betrokken dorpen een samenwerkingsverband opgericht.
De situatie zoals die bij ons bekend is wordt in dit artikel omschreven. Mocht de informatie en de conclusies niet juist zijn staan wij open voor “tegenbewijs-principe”.
Citaten uit de media:
Op 12 mei 2023 schrijft Reinder Jacobi, programmamanager Chemport Europe, het volgende: " Wat op Eemsdelta afkomt is enorm" . En verderop in het artikel: " Nu kijken bedrijven niet meer direct naar Amsterdam of Rotterdam, ze staan hier in de rij".
Op 2 december 2023 staat er een artikel in het DvhN met betrekking tot groen gas. Een paar citaten uit dat artikel. ....”Delfzijl wordt een verzamelplaats van fabrieken met nieuwe technieken en verschillende afvalstromen”… etc.…
Waar gaat het om?
Naast het huidig Chemiepark (100 ha.) met ong. 15% van de Zware Chemie in Nederland wordt een nieuw industriepark van minimaal 300 ha naar het zuiden gepositioneerd.
Een aantal afvalverwerkers zijn naast de gebruikelijke industrie geïnteresseerd in dit industriepark en in voorkomende gevallen gepland. We hebben het bijvoorbeeld over:
- Autobandenverwerking (pyrolyse)
- Verwerken van slachtafval
- Verwerken van frituurvet
- Verwerken van vervuild slib
- Herverwerking van papierslib
- Etc.…
De benadering van deze ontwikkeling door de dorpen
Het is nagenoeg onmogelijk deze ontwikkeling tegen te gaan. Wel kunnen we, mede gezien de miljardeninvesteringen en de toegekende subsidies, onderhandelen over maatregelen om de leefbaarheid te waarborgen en te verbeteren middels inspraak en participatie.
Er zijn een aantal mogelijkheden die de bewoners een positie geeft, te denken valt o.a. aan:
- De reactie van de staatssecretaris op het rapport “Industrie en omwonenden”
- Burgerparticipatie. Dit wordt in de vele geschriften van de overheid en organisaties genoemd
- Ruimtelijke ontwikkelingen in het kader van o.a. de omgevingswet
Het zijn mooie initiatieven, maar de vraag is hoe dit wordt ingevuld en of de bewoners hier werkelijk iets aan hebben. Ook denken we na over de vraag of het zinvol is en rendement oplevert om hiervan gebruik te maken.
In de vele bijeenkomsten met de dorpen is een en ander geïnventariseerd en besproken. In het dorpenoverleg op 1 juni 2023 te Borgsweer is dit nog eens expliciet weergegeven, samengevat en vastgesteld.
Wij willen de bevolking informeren en raadplegen over onze inspanningen en de behaalde resultaten. Deze website, folders door de dorpen en een advertentie in de lokale krant maakt daar deel vanuit. Evenals publiciteit in de media.
Onze aandachtspunten zijn:
- De te verlenen vergunningen en het meten van de luchtkwaliteit
- Verkeersdruk op de dorpen en omgeving
- Het zichtbaar afscheiden van de industrie ten opzichte van het Groninger landschap
- Het meeprofiteren van de miljardeninvesteringen ten behoeve van de omgeving
Vergunningen
Bedrijven die zich willen vestigen hebben een vergunning nodig.
Wij zullen middels onze commissie milieu/vergunningen, dit nauwlettend volgen en indien nodig reageren.
Daar waar nodig en mogelijk zal de commissie zich door deskundigen laten bijstaan. Ook zal er periodiek afstemming plaatsvinden met onze Oosterburen Saubere Luft. Voor meer informatie zie de site van deze organisatie. Burgerinitiatief Schone Lucht Ostfriesland e.V. Dit omdat onze Oosterburen in voorkomende situaties nagenoeg op dezelfde afstand van de industrie wonen als wij.
Wij zullen de betrokken overheden, als vergunningverlener, vroegtijdig van onze zienswijze op de hoogte stellen. Indien noodzakelijk informeren wij de politiek. Dit om de vergunningen zo scherp als mogelijk neer te zetten. Zie o.a. Milieuprogramma Provincie Groningen
Meetnet
Industrie stoot stoffen uit die binnen de verleende vergunning vallen. Bekend is dat de omgeving daar toch vragen over heeft welke beantwoord moeten worden. Een paar zaken die interessant zijn voor discussie dan wel uitleg. En wel de volgende:
- Een bedrijf dat een stof uitstoot wordt over het algemeen ter plekke gemeten. Het bedrijf moet voldoen aan de vergunningsvoorwaarden. De vraag is in hoeverre de uitstoot van bedrijven bij elkaar worden opgeteld. Een cumulatieve meting van een stof voorkomt dat bewoners aan een overschrijding van de norm worden blootgesteld.
- Te vaak worden er nog geuren in de dorpen waargenomen die niet herleidbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan de “verbrande plastic” lucht of andere geurtjes.
Wij zijn van mening dat er een inventarisatie moet komen van de belangrijkste emissies en dat deze middels een meetnet worden vastgelegd. Hierover zijn wij in gesprek met de diverse organisaties met het principe “de vervuiler betaalt”.
Industrieel verkeer.
De grondstoffen ten behoeve van de huidige en nieuwe industrie komen nu en straks uit Nederland en in voorkomende gevallen van daarbuiten. Dat geeft veel vrachtverkeer. Bij benadering straks tussen de 7 en 10 miljoen ton per jaar over de weg. Ongeveer 1000 vrachtwagens per etmaal.
De industrie moet onderhouden worden en er zal toelevering van materialen plaatsvinden. Ook dit geeft nu al een verkeersdruk op met name de secondaire wegen waar ook de schoolgaande jeugd gebruik van maakt. We hebben het over het sluipverkeer waar nu al veel hinder van wordt ervaren.
Het is bekend dat te veel mensen die op de huidige industrieparken werken niet in de omgeving wonen. Dit zal met de nog te ontwikkelen industrie alleen maar toenemen. Wij moeten voorkomen dat de leefbaarheid niet wordt aangetast. Sterker nog het moet een omgeving worden waar het goed wonen en vertoeven is.
Woonklimaat en regiofonds
Wij zijn van mening dat, gezien de te verwachten miljarden investeringen en de gegunde subsidies, ons gebied daar ook van moet profiteren. Dit om het gebied op de kaart te zetten en dat er niet voor de leegstand gebouwd hoeft te worden. Hierover zijn wij met de diverse partijen in gesprek. Dat durven wij oprecht te doen. Naast de invasie van de ruim 100 windturbines rond de dorpen, wonende in het versterkingsgebied ten gevolge van de aardbevingen kan het niet zo zijn dat de leefbaarheid van ons gebied aan verdere erosie onderhevig is.